RASOMSCHRIJVING NEDERLANDSE TOGGENBURGER:

Bouw en type kompakt.
Gestreeft dient te worden naar een geit van ±70 cm schofthoogte op volwassen leeftijd, (± 4de levensjaar) met een romplengte welke iets méér is dan de schofthoogte (± 106%).schofthoogte en romplengte moeten als het ware een "vierkant-blokt" vormen en het geheel dient voldoende grof van bouw te zijn.
- de kop is vrij kort en breed in het voorhoofd, met zeer goed ontwikkelde kaak en brede bek, het neusprofiel dient recht te zijn met een duidelijke "insnijding" onder de ogen. De koplengte, gemeten van kruin tot lip, dient 1/3 van de romplengte te zijn.
- hals niet te lang, bespierd en krachtig.
- voorhand breed en ruim met voldoende diepte.
- middenhand persé niet te gerekt, maar wel ruim en (opvallend) diep met brede lendenen.
- achterhand: kruis vierkant van vorm, dijen en schenkel goed bespierd.
- benen zowel vóór als achter kort in de kootbanden. Lengte voorbenen is ± 50% van de schofthoogte.

De gebruikswaarde, dus "melkgeit", moet duidelijk zichtbaar aanwezig zijn.
- beharing kort en glad, kam over de rug en broek aan dij/schenkel is toe-
gestaan.
fouten zijn: langharig en geschoren.

De meest ideale kleur is "melkchocolade-bruin".
- de kleur kan variëren van donkerbruin tot zeer lichtbruin (bij geel af).
Aftekening:
- oren wit omrand, op de buitenkant van het oor `n bruine driehoek,
welke op oudere leeftijd wat "verwaterd" (pigmentverlies). Binnenkant van het oor is vleeskleurig.
- masker: van af de stootknobbels tot aan de snuit duidelijk zichtbaar aan
beide zijden van het neusbeen. Een te smal of te breed of onderbroken masker bij geiten, wordt gerekend tot de "schoonheidsfouten".
- boklammeren geboren met een onderbroken masker en/of witte vlekken aan kop zijn uitgesloten voor de fokkerij.
- de snuit is van gelijke kleur als het masker.
- bellen zijn niet verplicht, indien aanwezig, dan het liefst wit van kleur. De bellen behoren aan de hals te zitten, net onder de keelstreek.
Verdwaalde bellen b.v. aan kaak of onder cq aan de oren, worden gerekend tot de "schoonheidsfouten".
- veelal hebben de dieren onder de hals, in de keelstreek één grote of soms
twee kleine witte vlekken. Dit is toegestaan.
- de voorbenen zijn vanaf de knieën wit gekleurd. Vaak hebben de voorbenen
onder de knieën een verticaal beenstreepje, welke van gelijke kleur is als de romp, meestal is deze ± 6 cm lang en heeft de breedte van een potlood.
Evenals de oorvlekken, trekt dit op oudere leeftijd vaak weg. Zowel de oorvlekken, witte bellen als beenstreepje zijn uiterlijke "schoonheden" welke vooral een lam bijzonder "fraai" maken.
Benen zijn wit aan de binnenzijde van uit de oksels.
- okselvlekken zijn vaak aanwezig, maar mogen niet "los" zitten en dienen
ook niet door te lopen naar onderborst of buik.
- de achterbenen zijn wit vanaf de hak tot aan de hoef, de binnenzijde is
wit van af en van uit de liesstreek.
- de spiegel is het witte gedeelte onder de staart en aan de dijen, deze
dient symetrisch gevormd te zijn, "haken" en "uitlopers" zijn minder gewenst.
- de staart is op de bovenzijde bruin behaard van kleur en wit omrand, de onderkant dient vleeskleurig te zijn.
- de achteruier en achterkant van het scrotum zijn dun behaard, deze haren moeten wit van kleur zijn.
De hals, voorhand, middenhand en kruis dienen egaal bruin van kleur te zijn. Ook de dijen en schenkel waar de spiegeltekening niet geplaatst is.
- bruine aanslag (haartoppen) in het witte tekeningsbeeld is een schoon- heidsfout.
- kleurnuance in het bruin is een schoonheidsfout.
- een vlek of streepje aan de kop bij geiten is een schoonheidsfout.
- haken en uitlopers aan de spiegel zijn schoon-heidsfou-ten.
- een geheel witte onderkaak (van keel tot sik) sluit bekroning uit en bij opmaak keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen maximaal 69 punten toegekend.
- losse witte vlek(ken) aan de romp en/of aan de hals (halsvlakten en/of
halsranden) zijn fouten, welke bekroning uitsluit en bij opmaak keurings- rapport wordt voor Alg. Voorkomen maximaal 69 punten toegekend.
- bruine vlek(ke-n) of strepen in het witte tekeningsbeeld zijn fouten, welke bekroning uitsluiten en bij opmaak keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen maximaal 69 punten toegekend.
- geheel witge-kleurde haren in het bruine tekeningsbeeld (stekelharig) is een fout welke bekroning uitsluit en bij opmaak keuringsrapport wordt voor Alg. Voorkomen maximaal 69 punten toegekend.


Toggenburgergeiten dienen duidelijk RASADEL te bezitten.

TYPE - geblokt

KLEUR - melkchocolade bruin met juiste witte aftekening

BEHARING - kort/glad/fijn.

Het keuren van Toggenburgergeiten in volgorde van belangrijkheid:

1 TYPE: a. zijaanzicht: met aandacht voor lichaamsdiepte ten
opzichte van de beenlengte.
middenhand: ruim en opvallend diep, maar niet gerekt!
wigvorm is gewenst, echter met behoud van
borstdiepte.

b. vooraanzicht: een in verhouding tot de grootte, brede borst.

c. bovenaanzicht: goed gevuld in schouders en lendenen,
vierkant kruis, liever niet te scherp op de
schoft.

2: UIERVORM: een solide uier met korrekte speenstand en -vorm.

3: BEENWERK + GANG: "let op korte kootbanden".

4: BEHARING: glad en fijn, iets langere haren toegestaan aan dijen en
rug (broek en kam) maar liever niet.

5: AFTEKENING: de kleur dient egaal te zijn, de nuance is minder belang-- rijk.


Type-fouten bij Toggenburgergeiten:

1. te gerekt van bouw

2. te weinig lichaamsdiepte

3. te smalle bouw

4. lange en dunne hals met een wat fijne kop (niet voldoende brede schedel en kaken).